Bauke Lodewijks’ aardappelschepen door Piter van der Woude.

Bauke Douwes Lodewijk was de zoon van Douwe Willems Lodewijk uit Sexbierum. Hij werd geboren in 1870; hij trouwde in 1901 met Klaaske Harmens van Keimpema, een telg uit het timmermansgeslacht van Keimpema. Ze gingen wonen in Oosterbierum ‘aan de haven’.
Zij kregen 6 kinderen: Jetske, Douwe (1905), Richtje, Harmen, Willem en Eise (1915).
Bauke was oorspronkelijk schipper maar ontwikkelde zich in de aardappelhandel, vergelijkbaar met de Oosterbierummer schipper/aardappelhandelaar Dirk Sydzes de Vries.
Zijn zonen Douwe en Harmen hebben het bedrijf in de jaren na de oorlog van hun vader overgenomen.
In 1907 liet Bauke in Franeker bij de Draaisma-werf op het Vliet een tjalk bouwen.
Deze kreeg de naam De Jonge Douwe. Waarschijnlijkheid werd het schip genoemd naar de oudste zoon van Bauke en Klaaske. Maar na een jaar of acht verruilde hij dat skûtsje voor een motorschip.

De Jonge Douwe werd verkocht en begon een zwerftocht door Friesland, vooral Gaasterland.
Een paar keer veranderde het schip ook van naam, ook veranderde het van uiterlijk toen het uitsluitend nog voor recreatie werd gebruikt.

Na 100 jaar werd het schip onderwerp van het restauratieproject Pollux op de werf van Tjalsma in Franeker, in samenwerking met de Maritieme Academie (Zeevaartschool) in Harlingen. Daarbij werd het schip in z’n oorspronkelijke staat hersteld.
Voor uitgebreide informatie over De Jonge Douwe, zie de website van Oud Tzummarum,

De Jonge Douwe, na de restauratie in 2016. Hier  liggend voor de Maritieme Academie te Harlingen  ter gelegenheid van de Open Dag van de Academie

De Jonge Douwe, na de restauratie in 2016. Hier
liggend voor de Maritieme Academie te Harlingen
ter gelegenheid van de Open Dag van de Academie

Maar hoe zat het met dat motorschip dat Bauke na het skûtsje kocht?
Het was natuurlijk een grote stap vooruit: niet langer was hij afhankelijk van de wind en van mankracht (jagen, ‘kloetsjen’) om het schip te laten varen. In Oosterbierum was het nog wel bekend dat de Lodewijks ooit een motorschip hadden. Maar toen naderhand de vrachtauto’s hun intrede deden is het motorschip verdwenen. Niemand leek er een afbeelding van te hebben. Ook was er geen naam bekend.

De zonen van Bauke werkten aanvankelijk allemaal in het aardappelbedrijf, Bauke Lodewijk & Zonen, Groothandel in Aardappelen, in Oosterbierum. Naderhand verhuisde zoon Harm Lodewijk met een deel van het bedrijf naar Sneek terwijl zoon Douwe een ander deel naar St Anna Parochie verplaatste. Zoon Willem emigreerde naar Canada en de jongste zoon Eise volgde het spoor van z’n broer en emigreerde met zijn gezin in 1953 naar Red Deer in Alberta, Canada.

Kort geleden heb ik de oudste zoon, Bauke (nu Bob) van Eise en Minke in Red Deer bezocht. En bij die gelegenheid gaf hij mij een foto van het motorschip dat zijn pake Bauke destijds in Oosterbierum had aangeschaft.

Een foto van omstreeks 1920 van de haven van Oosterbierum. Met het motorschip van schipper/aardappelhandelaar Bauke Douwes Lodewijk. Het schip ligt voor Baukes huis.

Een foto van omstreeks 1920 van de haven van Oosterbierum. Met het motorschip van schipper/aardappelhandelaar Bauke Douwes Lodewijk. Het schip ligt voor Baukes huis.

Op het schip, zittend vóór, Bauke Lodewijk, staand achter, zoon Douwe en spelend midden, zoontje Eise.

Helaas is de naam van het schip niet te lezen. Het lijkt het meest op een beurtschip en het is goed mogelijk dat het schip naderhand ook als beurtschip in Friesland of elders is gebruikt. Misschien duikt het ooit nog ergens op, net zoals De Jonge Douwe in 2005 werd teruggevonden.

Piter van der Woude.

Meer informatie over de eigenaren van “De Jonge Douwe” vind u op deze site.

 

 

Bladwijzer de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *