Vandaag 6 augustus 2016 is het 350 jaar geleden dat deze beroemde Sexbierumer is overleden. Een gebeurtenis om toch even bij stil te staan. Vandaag geen vermeldingen van nieuwe ontdekkingen, maar wel een kort in memoriam.
Foto links:
Datering: 1666-1672
Een prent gemaakt door de Amsterdammer Abraham Bloteling (1640-1690) op basis van een tekening van de Amsterdammer en leerling van Rembrandt genaamd Gerbrand van den Eeckhout (1621-1674).
De titel bovenaan deze prent luidt: “Qui per virtutem peritat, non interit”.
Dit is een uitspraak van de Romeinse Plautus en is gebaseerd op de eeuwige glorie van goede daden en betekent dan ook ongeveer: “hij die sterft vanwege zijn goede eigenschappen, zal niet vergaan”
Bron van de afbeelding: Rijksmuseum.
Tjerk is geboren in 1622 in Sexbierum en zijn vader was korenmolenaar, maar waarschijnlijk ook schipper. Als de bel in de toren van Sexbierum (deze is van 1513) zou kunnen spreken, dan zou deze kunnen vertellen dat die het huwelijk van Tjerk met zijn vrouw inluidde in de zomer van 1648. Op dat moment wordt hij nog niet “de Vries” genoemd, maar heet hij Tjerk, de zoon van Hidde (Tjerk Hiddes dus).
Een maand eerder is het huwelijk, zoals dat hoorde, in de Harlinger kerk bekend gemaakt, omdat zijn vrouw daar lid van was, en staat Tjerk vermeld als woonachtig in Sexbierum en zijn vrouw in Harlingen. Bij de bevestiging van het huwelijk in Sexbierum een maand later, wordt ook de vrouw als woonachtige van Sexbierum vermeld. Hun eerste kind Hidde wordt in 1649 in Harlingen gedoopt. Vermoedelijk wonen zij dan daar, maar hebben zij dus mogelijk nog kort samen in Sexbierum gewoond. Die locatie gaan we vast nog eens achterhalen.
Tjerk haalde zijn inspiratie om te varen ongetwijfeld uit zijn jeugd in Sexbierum. Simon Stijl schreef dit al. Tjerk hoefde immers niet tegen een hoge zeedijk aan te zien. In zijn tijd kon hij vanaf één van de vier terpen* waarop Pietersbierum en Sexbierum zijn gebouwd gemakkelijk de zee met haar schepen zien.
Zijn carrière is gestart in de koopvaardij. Hij vocht namens de Friese admiraliteit voor de Republiek der Nederlanden in diverse oorlogen. In 1658 wordt hij genoemd als kapitein in een oorlog tegen de Zweden. In 1665 wordt hij benoemd op de hoogst haalbare positie van admiraal. Hij was getuige van het feit dat in 1665 De Republiek der Nederlanden het Korps Mariniers opricht en deze mee aan boord namen.
6 augustus 1666 bezwijkt hij in Vlissingen aan de verwondingen die hij heeft opgelopen in één van zijn vele zeeslagen met de Engelsen. Pas na zijn dood treffen we de toevoeging “de Vries”.
Volgens een uitgewerkte stamboom van Simon Wierstra (simonwierstra.nl) bereiken slechts 2 zonen van Tjerk een volwassen leeftijd. Er zijn vast nog nazaten. Wel is zeker dat vele oude Sexbierumer/Pietersbierumer geslachten verwant zijn aan één van de vele broers en zussen van Tjerk en wie weet aan Tjerk zelf.
Of hij in Harlingen in de Grote Kerk is begraven of in de Westerkerk is tot op de dag van vandaag een discussiepunt. Op het internet (waar veel wordt geknipt en geplakt en weinig onderzocht) wordt steeds de nog bestaande Grote Kerk genoemd, maar in 1906 is daar volgens vele krantenverslagen gezocht, maar niets gevonden. Harlingen weet dus niet waar de zeeheld is gebleven. Geen praalgraf voor onze admiraal Tjerk Hiddes de Vries, zoals Michiel de Ruyter dit wel heeft in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Als Tjerk toch in de Westerkerk is begraven, dan ligt hij momenteel nog rustig onder het terrein van de huidige Albert Heijn. Althans, dat hoop ik maar, want de sloop en ruiming van de Westerkerk is in 1898 niet al te fraai verlopen. Nog decennia later verschijnen in de kranten artikelen van vondsten van vele skeletten wanneer in de straten rondom wordt gewerkt (bijvoorbeeld riolering). Kinderen blijken zelfs te voetballen met schedels die zijn gevonden. Oh, wat was de eerbied in die tijd ver te zoeken. Mogelijk was de armoede daarvoor een reden.
Foto links:
Groepsportret van Nederlandse Admiraals (datering 1667-1671) met hierop o.a. Michiel de Ruyter, Cornelis Tromp, de Harlinger Auke Stellingwerf en de Sexbierumer Tjerk Hiddes de Vries.
Bron van de afbeelding: Rijksmuseum.
In 1934 probeert Harlingen er toch een positieve draai aan te geven. Nadat decennia is gezocht naar de financiële middelen komt er een monument voor Tjerk. Dit monument kunnen wij vandaag nog steeds aanschouwen op de Grote Bredeplaats.
De Nederlandse Marine eerde haar held wel al die honderden jaren lang. Vele marineschepen werden steeds naar hem vernoemd.
In Sexbierum is het best stil gebleven in die 350 jaar. De straat die hem is toegekend in 1953 is wel heel erg mager. Misschien een monumentje waar nu de muziekkoepel staat, of een musical?
*Huidige Breed Plak Pietersbierum, de Walburgastrjitte Sexbierum, de Terp Sexbierum en het Tsjerkepaed/de Alde Buorren Sexbierum
R. van der Meulen
6 augustus 2016